-
1 bekümmern
bekümmern1 bedroeven, verdriet doen2 zorg baren, bezorgd maken♦voorbeelden:das braucht Sie nicht zu bekümmern • daar hoeft u zich geen zorgen om te maken3 was bekümmert Sie das? • wat gaat u dat aan?1 zich bekommeren ⇒ zich aantrekken, zich bekreunen -
2 kehren
kehren3 〈haben/sein; sport en spel〉keren, een keersprong maken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 keren, wendenIII 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉1 vegen, keren♦voorbeelden:1 zich keren ⇒ zich (om)draaien, zich wenden♦voorbeelden:
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский